De boerenlandvogelvrijwilligers zetten zich in om de achteruitgang van de boerenlandvogels tegen te gaan. Er zijn verschillende soorten boerenlandvogelwerkgroepen, namelijk de weidevogelwerkgroepen, de patrijzentelgroepen en de akkervogelwerkgroepen.
Weidevogelvrijwilligers beschermen nesten van weidevogels op boerenland. Ze plaatsen nestbeschermers en brengen het aantal nesten per gebied in kaart. Naast nestbescherming is bescherming van de kuikens (pullen) van groot belang. Vrijwilligers overleggen met boeren over hun maaibeleid en geven graag voorlichting. Het hoogseizoen voor een weidevogelvrijwilliger start in februari/ maart, wanneer de eerste vogels terugkeren uit hun overwinteringsgebied en loopt door tot juni/ juli. De vrijwilligers gaan met zijn twee of meer personen op pad.
Wij proberen zoveel mogelijk de nesten van grote weidevogels zodanig te beschermen, dat er ook daadwerkelijk jongen uit de eieren zullen komen. Het betreft hoofdzakelijk de volgende vogelsoorten: Kievit, Scholekster, Grutto, Tureluur, Wulp en soms de kleine Plevier.
plaatsen als er vee in de wei loopt.)

De periode waarin de beschermingsactiviteiten zich afspelen ligt tussen begin maart en eind juni, waarbij er bijna iedere dag wel iemand in het veld is.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de coördinator J.W. Bakker.
E-mail: Jan Bakker